Categorie archieven: PROFIELDEEL 3 Het vak en de leerlingen

3.4

Het vak en de leerlingen     

De student kan inspelen op het gegeven dat   leerlingen buiten de basisschool mede gevormd worden door de hedendaagse beeldcultuur op televisie, internet en via andere media.

Toetsingsmogelijkheid beperkt:

Opdracht:
De student kan digitale beelden zoeken en categoriseren op de verschillende functies van beelden en plaatst dit in een digitale omgeving.
De student kan zelf beelden manipuleren middels software.
De student maakt een beeldverhaal(digital story) als onderdeel van een beeldende les.
Student kan vanuit input uit hedendaagse beeldcultuur een methodeles herontwerpen, waarbij de nieuwe media leidend is.

Toetsingsmogelijkheid uitgebreid:

Opdracht:
De student kan digitale beelden zoeken en categoriseren op de verschillende functies van beelden en plaatst dit in een digitale omgeving.
De student kan zelf beelden manipuleren middels software.
De student presenteert een zelfgemaakt beeldverhaal(digital story) waar de opvatting van de student over de invloed van beelden in deze tijd zichtbaar wordt
Student kan vanuit input uit hedendaagse beeldcultuur een methodeles herontwerpen, waarbij de nieuwe media leidend is.

Taxonomie van Bloom:

Onthouden, Begrijpen, Toepassen, Analyseren, Evalueren, Creëren

Inhoud: kennis en vaardigheden

Kennis van:
- de functies van beelden en de invloed op de leerlingen
- hedendaagse beeldcultuur
- het competentiemodel van mediawijsheid
Vaardigheden
De student:
- herkent in de leefomgeving van de leerlingen de 
  invloed van hedendaagse beeldcultuur
- kan de competentie ‘begrip’ van mediawijsheid  
  inzetten

Didactiek van pabodocent:

De docent laat onderzoeken op welke wijze de media, reclame, internet gebruikt kunnen worden in een les beeldend onderwijs.
De docent stimuleert de studenten actualiteiten te gebruiken in de les beeldend onderwijs.
De docent stimuleert studenten om een beeldverhaal te maken.
De docent demonstreert de technieken met digitale media in relatie tot de beeldende lespraktijk.

21ste eeuwse vaardigheden:

Probleemoplossend vermogen
Samenwerken
Creativiteit
Kritisch denken 
Communiceren
ICT-geletterdheid 
Sociale en culturele vaardigheden

Literatuur:

Onna,J.van & Jacobse,A.(2013). Laat maar zien. Groningen: Noordhoff Uitgevers 
Hoofdstuk 1 mens en beeld.
Hoofdstuk 14.4 onderzoek naar de kwaliteit van cultuureducatie binnen en buiten school.
Schasfoort,B.(2012). Beeldonderwijs en didactiek. Groningen: Noordhoff Uitgevers 
Hoofdstuk 8 de rijke praktijk.

 

3.3  

Het vak en de leerlingen

De student kan beeldende activiteiten zodanig op maat maken dat leerlingen met bepaalde leerproblemen, dan wel talenten en/ of leerstijlen, de aan hen aangeboden leeractiviteiten op een adequate en op een bij hen passende manier of niveau kunnen uitvoeren.

Toetsingsmogelijkheid beperkt:

Casustoets: 
De student benoemt en relateert op welke wijze een leerkracht een aangepast lesaanbod beeldend onderwijs voor een leerling met bepaalde problematiek kan ontwerpen. Hij maakt onderscheid tussen uitvoeringsniveaus op gebied van beeldend onderwijs.

Toetsingsmogelijkheid uitgebreid:

Portfolio-assessment:
De student kan een gedifferentieerd beeldend lesaanbod ontwerpen en uitvoeren, waarbij de leerlingen hun individuele leerlijn volgen. De student maakt onderscheid in niveaus en integreert het nieuwe lesaanbod in de leerlijn. Hij voert het onderwijs uit en evalueert, op basis van inzicht in de beginsituatie van de leerling. Hij presenteert aan de hand van filmmateriaal.

Taxonomie van Bloom:

Onthouden, Begrijpen, Toepassen, Analyseren, Evalueren, Creëren

Inhoud: kennis en vaardigheden

Kennis van:
- beeldend onderwijs
- leerstijlen, talentontwikkeling en leerproblematiek
- eigen doorlopen beeldend proces
Vaardigheden 
De student:
- kan inzichten vanuit zijn eigen doorlopen beeldende 
  processen gebruiken om beeldend onderwijs passend te maken voor 
  leerlingen met bepaalde leerproblematiek

Didactiek van pabodocent:

De docent zet de studenten via confronterende en kritische vragen aan tot het signaleren en herkennen van talenten en verschillen in leerniveau.
De docent zet studenten aan tot reflectie op eigen talent en beeldend vermogen met als doel onderwijs te ontwerpen met ruimte voor talent en leerproblematiek.
De docent zet aan tot het gebruik van digitaal materiaal ter ondersteuning van leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte.

21ste eeuwse vaardigheden:

Probleemoplossend vermogen
Samenwerken
Creativiteit
Kritisch denken 
Communiceren
ICT-geletterdheid 
Sociale en culturele vaardigheden

Literatuur:

Onna,J.van & Jacobse,A.(2013). Laat maar zien. Groningen: Noordhoff Uitgevers 
Hoofdstuk 13 werken aan eigen leerlijnen.
Schasfoort,B.(2012). Beeldonderwijs en didactiek. Groningen: Noordhoff Uitgevers 
Hoofdstuk 5 het lesmodel.

 

3.2

Het vak en de leerlingen

De student kan vragen en ideeën van leerlingen relateren aan keuzemogelijkheden in het beeldend proces en aan de hanteringswijze van beeldaspecten en materialen en kan daarbij anticiperen op respectievelijk leer- en ondersteuningsbehoeften in verschillende leeftijdscategorieën.

Toetsingsmogelijkheid beperkt:

Casustoets:
De student kan een uitgevoerd onderwijsarrangement analyseren en op basis daarvan  een alternatief voor verschillende leeftijdscategorieën benoemen. De student beargumenteert op welke wijze de productieve, receptieve en reflectieve aspecten van het beeldend onderwijs verbeterd kunnen worden.

Toetsingsmogelijkheid uitgebreid:

Opdracht:
De student ontwerpt en presenteert een beeldend onderwijsleerarrangement voor de OB, MB en BB op basis van de leerlijn a.h.v. een beeldend thema waarin productieve, receptieve en receptieve activiteiten zijn opgenomen. De student kan suggesties in materiaal en beeldaspecten doen met betrekking tot het begeleiden ter verdieping of verbreding van het beeldend proces.

Taxonomie van Bloom:

Onthouden, Begrijpen, Toepassen, Analyseren, Evalueren, Creëren

Inhoud: kennis en vaardigheden

Kennis van:
- de leerlijn beeldend onderwijs
- de didactiek van beeldend onderwijs
Vaardigheden
De student:
- kan mede op basis van eigen beeldend leerproces kennis van de    
  leerlijn beeldend onderwijs afstemmen op de leervraag van de     
  leerlingen met als doel om gerichte begeleidingsvragen kunnen 
  stellen naar Betekenis, Vorm en Materiaal, afgestemd op de 
  gestelde leervraag

Didactiek van pabodocent:

De docent zet aan tot een onderzoekend beeldend werkproces met als doel het kunnen ontwerpen van een afgestemd aanbod voor OB, MB en BB vanuit de leerlijn beeldend onderwijs.
De docent laat beeldend werk van kinderen analyseren op niveau.
De docent laat de studenten de hand van digitaal materiaal begeleidingsinterventies analyseren.
De docent bespreekt een casus waarbij de begeleiding (individueel, groepjes) naar aanleiding van geobserveerd leerproces of leervragen van kinderen wordt verantwoord en geëvalueerd.

21ste eeuwse vaardigheden:

Probleemoplossend vermogen
Samenwerken
Creativiteit
Kritisch denken 
Communiceren
ICT-geletterdheid
Sociale en culturele vaardigheden

 

Literatuur:

Onna,J.van & Jacobse,A.(2013). Laat maar zien. Groningen: Noordhoff Uitgevers 
Hoofdstuk 2 zien en maken. 
Hoofdstuk 4 voorbereiding. 
Hoofdstuk 5 oriënteren.
Hoofdstuk 6 begeleiden van het creatieve proces.
Hoofdstuk 7 nabeschouwen en evalueren.
Hoofdstuk 11 sporen van beeldende ontwikkeling.
Schasfoort,B.(2012). Beeldonderwijs en didactiek. Groningen: Noordhoff Uitgevers 
Hoofdstuk 2 ontwikkeling.
Hoofdstuk 5 het lesmodel.
Hoofdstuk 7 orde op zaken bij beeldonderwijs.

 

3.1

Het vak en de leerlingen

De student kan binnen beeldende lessen variëren in manieren van oriënteren, begeleiden en evalueren/nabespreken en daarbij reflecteren op de verschillen.

Toetsingsmogelijkheid beperkt:

Casustoets: 
De student benoemt en relateert op welke wijze een leerkracht binnen zijn lesaanbod kan variëren en op welke wijze deze variatie effect heeft op zijn les of op het leren van de kinderen.

Toetsingsmogelijkheid uitgebreid:

Presentatie:
Het presenteren van een leerarrangement betreffende ontworpen en uitgevoerde beeldende lessen waarbij hij inzicht geeft in zijn gemaakte keuzes met betrekking tot de didactische aanpak bij verschillende contexten.

Taxonomie van Bloom:

Onthouden, Begrijpen, Toepassen, Analyseren, Evalueren, Creëren

Inhoud:kennis en vaardigheden

Kennis van:
- verschillende didactieken, breed didactisch repertoire kunnen 
  onderscheiden
- een lesmodel van beeldend onderwijs met betrekking tot de 
  verschillende fasen en didactieken
Vaardigheden
De student:
- kan creativiteit uitlokken 
- reflecteert op zijn didactisch handelen
- kan de didactieken en fasering afhankelijk van de 
  context variëren
- analyseer bestaande kennis en kan dit in een context 
  toepassen

Didactiek van pabodocent:

De docent zet aan tot onderzoeken door het stellen van vragen.
De docent maakt hiervoor gebruik van eerder ontworpen en uitgevoerde beeldend lessen.
De docent zet aan tot reflectie.

21ste eeuwse vaardigheden:

Probleemoplossend vermogen 
Samenwerken 
Creativiteit 
Kritisch denken 
Communiceren 
ICT-geletterdheid
Sociale en culturele vaardigheden

 

Literatuur:

Onna,J.van & Jacobse,A.(2013). Laat maar zien. Groningen: Noordhoff Uitgevers 
Hoofdstuk 3 beeldend onderwijs.
Hoofdstuk 4 voorbereiding.
Hoofdstuk 5 oriënteren.
Hoofdstuk 6 begeleiding van het creatief proces.
Hoofdstuk 7 nabeschouwen en evalueren.
Schasfoort,B.(2012). Beeldonderwijs en didactiek. Groningen: Noordhoff Uitgevers 
Hoofdstuk 5 het lesmodel.
Hoofdstuk 7 orde op zaken bij beeldonderwijs.
Hoofdstuk 9 hoe ontwikkel je creativiteit?